President Barack Obama heeft het verbod op Amerikaanse investeringen in het leger van Myanmar verlengt en de financiële sancties uitgebreid. Hij heeft zijn handtekening geplaats onder het verlengen van de sancties voor het Aziatische land voor een periode van minstens één jaar.

“Ondanks grote vooruitgang die Myanmar heeft geboekt met democratische hervorming, blijft de huidige situatie van het land een ongebruikelijke en buitengewone bedreiging voor de nationale veiligheid en buitenlands beleid van de Verenigde Staten vormen,” zei president Obama in een brief gericht aan het Congres. “Zorgen blijven bestaan over de doorlopende conflicten en schendingen van de mensenrechten in gebieden met etnische minderheden, met name in de Rakhine provincie,” voegde hij er aan toe.

In een gezamenlijke verklaring riepen 28 mensenrechtenorganisaties vorige maand president Obama op om de sancties ten aanzien van Myanmar voort te zetten. Mensenrechtenorganisaties beschuldigde de overheid van Myanmar van het onderwerpen van de Rohingya-moslims aan discriminerende beperkingen en een beleid van apartheid en etnische zuiveringen.

Het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden keurde vorige week ook een resolutie goed en riep daarme de regering-Obama op “om consistente druk op de regering van Myanmar te houden om aan te dringen tot een einde van de vervolging en discriminatie van de Rohingya-bevolking,” verwijzend naar de slachting van meer dan 100 moslims en vernietiging van duizenden gebouwen en bedrijven in de laatste twee jaar. Inmiddels zijn ruim 140.000 ontheemde Rohingya-moslims binnen Myanmar in vluchtelingenkampen opgevangen en honderdduizenden zijn gevlucht naar de omliggende buurlanden als Bangladesh en Thailand.