De Verenigde Naties stellen dat hulporganisaties in de Rakhine provincie draaien op minder dan 50 procent van de normale capaciteit, ondanks het feit dat de meeste toestemming hebben gekregen om terug te keren naar de golf van geweld eind maart. De Verenigde Naties en andere non-gouvernementele organisaties (NGO’s) worden nu ook gedwongen om toestemming aan te vragen voor hun activiteiten bij een nieuw orgaan, het ‘Coördinatie Comite voor Noodhulp’ (ECC), wat bestaat uit vertegenwoordigers van de humanitaire gemeenschap, het maatschappelijk middenveld van Rakhine en de regionale en nationale overheden.

Tot nu toe zijn 23 internationale organisaties teruggekeerd in Rakhine met de goedkeuring van de commissie; de eerste keerde terug op 24 april jongstleden. Maar het VN-bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Zaken (OCHA) zegt dat ondanks het formele hervatten van werkzaamheden minder dan een derde van het personeel die gedwongen was te vertrekken uit Sittwe toen relschoppers aanvallen uitvoerde op hun kantoren en woningen op 26 maart en 27 zijn in staat zijn geweest om terug te keren.

De NGO’s en VN-organisatie die in het gebied actief zijn werken op minder dan 50 procent van de normale capaciteit als gevolg van “voortdurende moeilijkheden bij het vinden van huisvesting voor personeel en andere logistieke beperkingen.” Een aantal buitenlandse medewerkers zijn door de omstandigheden gedwongen om hun intrek om in hotels te nemen.

Als gevolg hiervan, missen sommige gemeenschappen in Rakhine – zowel islamitische als boeddhistische – noodzakelijke gezondheidzorg evenals de toegang tot water en sanitatie. “Het komende regenseizoen zal de omstandigheden waarschijnlijk verergeren met ernstige gevolgen voor de kwetsbare mensen, aangezien de kans op een uitbraak van besmettelijke ziekten toeneemt”, zegt Pierre Person, een woordvoerder van UNOCHA. “Alle operaties moeten zo snel mogelijk worden opgeschaald.”

U Win Myaing, een woordvoerder van de regering staat Rakhine, stelt dat alle groepen mogen terugkeren met uitzondering van Malteser International en Artsen Zonder Grenzen-Holland (AZG). De overheid dwong AZG eind februari te vertrekken na felle protesten van de Rakhine gemeenschap, die beweerde de organisatie de moslims voortrok. De botsingen in maart werden verder aangewakkerd door aantijgingen dat het hoofd van Malteser verkeerd was omgegaan met een boeddhistische vlag, een bewering die later werd ontkracht door een onderzoeksteam van de overheid.

U Than Tun, een lid van de ECC, zegt dat internationale hulporganisaties een grotere controle van hun activiteiten zullen moeten aanvaarden. Hij zei dat de ECC al twee projecten heeft afgewezen omdat de organisaties die ze hebben voorgedragen “niet transparant” waren. De deelstaatregering heeft er ook voor gekozen om de woningen en kantoren van een aantal organisaties te verhuizen naar het zuidelijke deel van Sittwe, in de buurt van de gevangenis, om “veiligheidsredenen”, aldus U Than Tun.

“We staan niet meer toe dat ze maar doen wat ze willen, zoals vroeger, toen de overige bevolking van Rakhine niet te horen kregen wat ze eigenlijk deden in onze regio,” stelt hij. “Ze bemoeiden zich met politieke zaken en ze braken hun afspraken; ze hadden gezondheidsprojecten moeten uitvoeren, maar in plaats daarvan bouwden ze moskeeën.”

Pierre Person stelt daar tegenover dat alle internationale humanitaire organisaties in de Rakhine regio actief zijn geweest binnen de voorwaarden van de schriftelijke overeenkomsten die waren aangegaan met de lokale overheden en de betrokken ministeries. “We kijken ernaar uit om deze confrontatie aan te gaan met de overheid en gemeenschappen middels de ECC, waarbij wij voortdurend transparant zullen zijn in het geven van transparante informatie over lopende activiteiten”, zei hij.

Niet iedereen is het eens over de nieuwe beperkingen voor de humanitaire organisaties. Ko Tun Lin uit de Sittwe Rakhine Social Network stelt dat de ECC leden helemaal geen echte vertegenwoordigers van Rakhine maatschappelijk middenveld zijn. “Ik denk niet dat ze het recht hebben om de NGO’s ervan te weerhouden hun projecten uit te voeren,” zei hij.

(Dit artikel is geschreven door Wa Lone voor de Myanmar Times, waar het op 19 mei is gepubliceerd. Voor zover bij ons bekend mogen vertegenwoordigers van de Rohingya bevolking geen onderdeel uitmaken van de ECC, waardoor zij effectief niet vertegenwoordigd zijn in de commissie die toeziet op de hulp aan hun bevolkingsgroep. De consequentie hiervan moge duidelijk zijn.)