Het nieuws dat Myanmar enkele militairen heeft veroordeeld voor de moord op 10 Rohingya-burgers wordt enthousiast overgenomen in de internationale media. Het doet vermoeden dat het land de eigen fouten erkent en hier serieus tegen wil optreden. Niets is minder waar. De journalisten die het nieuws naar buiten brachten zullen wellicht zwaarder gestraft worden dan de initiële moordenaars.
Al decennialang maakt het leger van Myanmar gebruik van ieder excuus om de Rohingya-bevolking aan te vallen en het land uit te jagen. Inmiddels is 81% van de bevolkingsgroep uit het gebied verdreven. Na aanvallen door een klein groepje gewapende rebellen in augustus vorig jaar, reageerde het leger met een strafcampagne tegen de totale bevolkingsgroep. De Verenigde Naties noemt het een schoolvoorbeeld van een etnische zuivering en vermoed dat er zelfs handelingen van genocide zijn geplaagd door het leger. Ook voor de VN is het lastig om de exacte waarheid boven tafel te krijgen omdat zij geen toegang krijgen tot Myanmar om hun onderzoek uit te voeren.
(Misdaden tegen) de Rohingya bestaan niet
Het belemmeren van onderzoek naar de misdaden door het leger van Myanmar tegen onschuldige burgers is een belangrijk beleidspunt van de huidige overheid. Dus toen de twee Reuters-journalisten Wa Lone en Kyaw Soe Oo in december berichtten over de door hen gevonden bewijzen en foto’s van de moord door militairen op tien Rohingya-moslims werd dit hen niet in dank afgenomen.
Het officiële standpunt van de overheid van Myanmar is dat de Rohingya simpelweg niet bestaan als bevolkingsgroep in Myanmar. Ook ontkent het alle misdaden waarvan het wordt beschuldigd. Er wordt beweerd dat de honderdduizenden vluchtelingen zelf hun woningen in brand zouden hebben gestoken om het land in een slecht daglicht te stellen. Ook kan het niet waar zijn dat Rohingya-vrouwen door het leger worden verkracht want “zij zijn te vies”.
Geconfronteerd met het bewijs over de tienvoudige moord op Rohingya in Inn Din moesten zij echter wel tegen wil en dank optreden. Er werden 10 militairen en agenten vervolgd voor de moordpartij; zeven van hen zijn uiteindelijk veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf met dwangarbeid. De pr-stunt heeft effect; veel internationale media brengen het bericht alsof het leger de eigen fouten begint te erkennen en hiertegen gaat optreden.
Journalisten vervolgd
Echter, ook de journalisten die het nieuws naar buiten brachten worden op dit moment vervolgd. Hen hangt beide een gevangenisstraf van 14 jaar boven het hoofd. Een verzoek om de zaak te seponeren is door de rechtbank van Myanmar afgewezen.
Als zij inderdaad tot 14 jaar gevangenisstraf met dwangarbeid worden veroordeeld, zullen de moordenaars eerder vrijkomen dan de journalisten die enkel hun werk deden. Dit is een duidelijk signaal aan iedere journalist die overweegt bewijs van misdaden door het leger van Myanmar tegen de Rohingya naar buiten te brengen: onderzoeksjournalistiek wordt zwaarder bestraft dan moord!