Paus Franciscus heeft deze week hard uitgehaald naar de uitvoerende machten in Myanmar. Aanleiding voor zijn harde kritiek zijn de mishandelingen die de Rohingya minderheid in Myanmar dagelijks moeten ondergaan. “Alleen omdat zij moslims zijn en volgens hun eigen cultuur en religie willen leven worden ze mishandeld en gedood”, zei de Paus.

De uitspraken van de paus zijn gemaakt tijdens de wekelijkse audiëntie in het Vaticaan en volgen op bekendmakingen vorige week in een rapport van de VN waarin de termen ‘veiligheidstroepen’, ‘noorden van Myanmar’, ‘massamoorden’, ‘groepsverkrachtingen’ en ‘verbrande dorpen’ met elkaar in verband worden gebracht.

“Ze zijn uit Myanmar gegooid, verplaatst van de ene naar de andere locatie en dat alleen omdat ze moslims zijn en niemand ze wil hebben. Het zijn goede en vredelievende mensen. Het zijn misschien geen christenen. Het zijn goede mensen. Het zijn onze broeders en zusters in de mensheid”, aldus de Paus.

Nadat het rapport van de VN afgelopen vrijdag was uitgekomen beloofde de leider van Myanmar Aung San Suu Kyi aan de VN hoge commissaris Zeid Ra’ad al-Hussein dat het land een onderzoek zou instellen naar de beschuldigingen.

Myanmar, een voornamelijk boeddhistisch land, heeft in het verleden meermaals alle beschuldigingen van geweld tegen moslims naast zich neergelegd en stellig ontkent. De paus zal volgens verwachting later dit jaar een bezoek brengen aan het naburige Bangladesh waar nu meer dan honderd duizenden Rohingya naar toe zijn gevlucht en gedwongen leven in kampen en afgesloten detentie-centra.

Ooggetuigen in het VN-rapport spreken van “het vermoorden van pasgeboren kinderen, peuters, jonge kinderen, vrouwen en ouderen. Het schieten op vluchtende burgers, het in brand steken van complete huizen en dorpen, onrechtmatig vastzetten van burgers, enorme omvang van verkrachtingen en seksueel gerelateerd geweld, opzettelijk vernieling en het beschadigen en vernietigen van meerdere bronnen van voedsel en drinkwater.”