Vorige week zaterdag bracht Yanghee Lee, de nieuwe VN mensenrechten rapporteur voor Myanmar, verslag uit van haar eerste tiendaagse bezoek aan het land. Ze constateerde onder andere dat de Rohingya-moslims in het land te lijden hebben onder een gebrek aan voedsel, water, medicatie, educatie en dat zij stelselmatig worden gediscrimineerd, volstrekt willekeurig opgepakt, gemarteld en verkracht. Vandaag heeft de overheid – bij monde van Zaw Htay, directeur van het presidentieel kantoor van het Aziatische land – deze conclusies verworpen.

Opmerkelijk genoeg is het niet de constatering van al deze misdaden waaronder de Rohingya te lijden hebben waar de overheid zich over opwindt, maar het feit dat de bevolkingsgroep is aangeduid door Lee met het woord ‘Rohingya’.

Yanghee Lee, de nieuwe VN mensenrechten rapporteur.

Yanghee Lee, de nieuwe VN mensenrechten rapporteur.

“Myanmar zal de term ‘Rohingya’ nooit erkennen”
In een statement dat vandaag is verspreidt wijst Myanmar erop dat Lee “serieus moet overwegen” of het gebruik van de term ‘Rohingya’ niet in de weg staat van “een lange termijn oplossing” voor Arakan State, de provincie waar de Rohingya oorspronkelijk vandaan komen.

“Terwijl de inwoners van Myanmar er klaar voor zijn, en dit was al het geval, om degenen die voldoen aan de criteria van de ‘1982 Citizenship Law’ als burgers te erkennen, kunnen we niet instemmen met de term ‘Rohingya’ die nooit in de geschiedenis van het land heeft bestaan,” aldus de verklaring. “De term is kwaadwillig in gebruikt genomen door een groep van mensen met een bredere politieke agenda. De bevolking van Myanmar zal nooit de term erkennen.”

De ‘Citizenship Law’ die in 1982 is aangenomen door het toenmalige militaire regime die het land in haar greep hield, nam de Rohingya de erkenning van burgerschap af waardoor zij effectief stateloos werden. Sindsdien worden zij door de overheid aangeduid als ‘illegalen Bengalezen’ en behoren volgens de Verenigde Naties tot de meest vervolgde volkeren ter wereld.

Abdul Malik, werkzaam in het leger van Myanmar (van 1966 tot 1977); volgens officiële documenten was zijn etniciteit 'Rohingya'.

Abdul Malik, werkzaam in het leger van Myanmar (van 1966 tot 1977); volgens officiële documenten was zijn etniciteit ‘Rohingya’.

Geschiedvervalsing
De verklaring van de overheid van Myanmar dat de term ‘Rohingya’ nooit in de geschiedenis van het land heeft bestaan is feitelijk onjuist en een bewuste geschiedsvervalsing.

Stichting as-Salaamah wall’Adaalah beschikt over meerdere foto’s van officiële documenten van vóór de ‘1982 Citizenship Law’ waarop Rohingya als dusdanig worden aangeduid door de overheid. Ook bevestigen eeuwenoude historische documenten hun aanwezigheid in het gebied.

Gewaarschuwd
De speciaal rapporteur van de Verenigde Naties Yanghee Lee gaf zelf in haar presentatie al aan gewaarschuwd te zijn tegen het gebruik van de term ‘Rohingya’ maar gaf er blijk van bewust te kiezen om de term te gebruiken. Dat de overheid haar eerste bevindingen direct verwerpt is in lijn met de benadering die de overheid van het land ook voerde tegenover haar voorganger, VN speciaal rapporteur Thomas Quintana. Lee werd aangesteld op haar huidige positie nadat haar voorganger de maximale termijn van zes jaar uitgediend had.