gepubliceerd in Trouw (pagina 21, d.d. 24 juni 2014)
Al decennialang worden de Rohingya blootgesteld aan discriminerende wetgeving vanuit de overheid van Myanmar in combinatie met etnisch geweld vanuit de radicaal boeddhistische ’969′-beweging. Volgens de Verenigde Naties behoren de Rohingya tot de meest vervolgde volkeren op aarde. Human Rights Watch (HRW) heeft in een uitgebreid rapport aangetoond dat er sprake is van etnische zuivering. De Rohingya worden samengedreven in ghetto’s die zij enkel met een vergunning mogen verlaten. Er geldt wetgeving voor alléén deze bevolkingsgroep die stelt dat zij maximaal twee kinderen mogen krijgen. Vrouwen zijn bij een derde zwangerschap aangewezen zijn op primitieve ‘zelf-abortus’, andere kinderen bestaan simpelweg niet.
Duizenden Rohingya in vluchtelingenkampen krijgen doelbewust geen toegang tot medicamenten. Een Nederlands team van Artsen Zonder Grenzen had benoemd medische zorg te verlenen aan Rohingya en werd prompt het land uitgezet.
Hoewel eeuwenoude documenten hun aanwezigheid in de noordwestelijke provincie Arakan bevestigen, wordt de Rohingya bevolking sinds enkele jaren door de overheid aangeduid als illegale buitenlanders. De militaire junta heeft altijd al een zwart schaap gezocht om de bevolking tegen op te zetten ten einde zelf enig draagvlak te behouden. Nu het land gestaag een proces van democratisering meemaakt volgen de huidige machthebbers dezelfde strategie. De Rohingya, wiens huidskleur iets donkerder is, blijken bij uitstek geschikt om de rol van zwart schaap op zich te nemen. Ze worden door de overheid aangeduid als ‘bengali’; het woord ‘Rohingya’ wordt vermeden.
Ministerie van Infratructuur en Milieu
De Nederlandse overheid lijkt niet onder de indruk van de mensenrechtenschendingen in het land. Vorig jaar mei – één maand na de publicatie van het HRW-rapport over etnische zuivering in het land – reisde Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) af naar het land. Zonder enige schaamte sprak ze in een persbericht over een partnerschap “gebouwd op (…) eerbiediging van mensenrechten”.
Vorige week was Schultz opnieuw in het land wiens regering een etnische zuivering op een van haar eigen bevolkingsgroepen uitvoert. In het nieuwsbericht wat het Ministerie van Infrastructuur en Milieu daarover publiceerde is het begrip ‘mensenrechten’ maar volledig achterwege gelaten.
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Een kritische blik de website van het Ministerie van Buitenlandse Zaken toont hoezeer de Nederlandse regering niet alleen de etnische zuivering niet veroordeeld, maar zich zelfs schikt naar de wensen van de onrechtplegers.
Het reisadvies dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft afgegeven voor Myanmar spreekt van ‘gewelddadige conflicten’ tussen enerzijds ‘autochtone boeddhistische groepen’ en anderzijds ‘Rohingya (merendeel moslim)’. Opmerkelijk; de etnische zuivering van de Rohingya waar de overheid zelf een rol in speelt wordt omschreven als conflicten ‘tussen twee groepen’. Anderzijds wordt bij de boeddhisten nadrukkelijk vermeld dat zij autochtonen zijn; de Rohingya niet? Hiermee onderschrijft het ministerie de leugenachtige herschrijving van de geschiedenis door een overheid die misdaden tegen de menselijkheid pleegt.
Als ergens de etnische zuivering een rol speelt, dan zou het bij de politieke betrekkingen van het ministerie met Myanmar moeten zijn. Hier wordt echter in het geheel gezwegen over het conflict; het woord ‘Rohingya’ ontbreekt zelfs geheel, alsof ze niet bestaan.
Hoe kan het dat de Nederlandse overheid zo stelselmatig niet allen wegkijkt bij een etnische zuivering, maar zich zelfs schikt naar de plegers ervan? Wegen onze economische belangen zo veel zwaarder dan eerbiediging van mensenrechten? De huidige lijn van onze regering is onverdedigbaar.