Aan de randen van de grote havenstad Sittwe in Myanmar wonen de Rohingya moslim minderheid na een reeks van maatschappelijk geweld gericht op minderheden in de staat Rakhine sinds 2012. Het Bumay district, waar de meeste moslims wonen, bevindt zich precies naast een route die eindigt bij de Universiteit van Sittwe. Elke dag moeten de Rohingya moslims kansloos toekijken hoe boeddhisten en andere groepen kunnen profiteren van onderwijs en educatie waar zij geen gebruik van mogen maken. Dit zijn één van de pijnlijke nieuwe wetten die 3 jaar geleden ingevoerd zijn om de moslims verder af te scheiden van de maatschappij.

Rohingya kinderen bij de school

Rohingya kinderen bij de school

De boeddhisten van Arakan komen zelden in Magyimyaing, de belangrijkste sector van het Bumay district, vanwege de 570 moslim huishoudens die zich daar nu bevinden. Een kleine mate van handel vindt soms plaats tussen de 2 groepen maar vanwege de restricties van de overheid mogen de Rohingya en Kaman moslims geen handel drijven. Educatie en spel zijn bijna compleet verdwenen uit Magyimyaing, omdat dit gedeelte compleet is afgescheiden, maar hier is meer dan een jaar geleden verandering ingekomen toen een buitenstaander had besloten een niet-gouvernementele organisatie op te starten genaamd “Onze Kinderen”. Dit centrum zorgt ervoor dat kinderen uit ghetto’s en geisoleerde dorpen onderwijs kunnen volgen en voor zover het kan ongerust spelletjes kunnen spelen met hun leeftijdsgenoten.

De man achter dit idee is de boeddhist Sai Han Htike. De 29 jarige Sai Han Htike is een etnische Shan uit Lashio die in juli 2013 heeft besloten kinderen uit de Arkhan staat te helpen. Hij is tevens de enige woonachtige boeddhist in Sittwe. ‘’Ik ben zelf wees geweest, Ik hou van kinderen en ik weet hoe het voelt om te behoren tot een vervolgde groep mensen. Toen ik hoorde over de situatie van de Rohingya wilde ik ze meteen helpen ’’ ,zegt Sai Han tegen DVB.

Sai Han Htike zamelde geld in met de hulp van vrienden en familie en was in staat om wat geld bij elkaar te krijgen van donateurs uit zijn stad Mandalay in Rangoon. Hij verhuisde daarna naar Sittwe om daar zijn centrum te openen voor de kinderen van de Arakan staat. Hij blijft donaties krijgen van verschillende mensen uit Myanmar en zelfs uit Kuala Lampur dankzij contacten via verschillende vrijwilligers organisaties.

Alle kinderen van elke achtergrond of groep kunnen in een beschermde sfeer onderwijs krijgen en spelen met speelgoed waar zij nooit van hebben kunnen dromen. Ze krijgen les in Wiskunde en Burmees en ze krijgen ook een knipbeurt van één van de 20 vrijwillgers in het centrum. In de avond kijken ze naar de sterren met een telescoop gedoneerd aan het centrum in Bumay.

Sai Han Htike zegt: “De mensen waren in het begin wantrouwig, maar vertouwen mij nu volkomen. Ik ben niet bang om met moslims samen te wonen en de kinderen houden van mij”. Shofika, een Rohingya buurvrouw van Sai Han Htike en moeder van 5 kinderen zegt het volgende: “Hij zorgt zeer goed voor onze kinderen en we zijn super blij hem hier te hebben met ons. Hij zorgt zelfs voor vlees tijdens de Ramadan en het offerfeest.”

Sai Han Htike voelt zich alleen onveilig in gebieden waar veel Arakanese boeddhisten leven. Hij rijdt dan ook altijd met een helm op als hij op zijn scooter door de stad reist. Hij maakt ook veel problemen mee met de locale autoriteiten omdat zijn NGO niet officieel geregistreerd staat. Heel geduldig moet hij ze constant overhalen zijn zuivere intenties niet in twijfel te trekken. Ook krijgt hij dreigementen binnen van de extreme 969-beweging en de Ma Ba Tha partij die via social media leugens en anti-Rohingya teksten over zijn centrum schrijft. Hij vertelt dat de Ma Ba Tha niets anders dan politiek vuil spel is en dat zijn boeddhistische waarden hem leren goed te zijn voor anderen ongeacht hun religie of achtergrond. “Wij moeten onze houding jegens de Rohingya veranderen. Als wij ze niet kunnen accepteren als moslims in onze samenleving dan moeten wij ze tenminste als mensen kunnen accepteren in onze samenleving”, zegt Sai Han Htike.