Terwijl het geweld tegen Rohingya-moslims onverminderd doorgaat, is er één iemand wiens zwijgen ‘oorverdovend’ is, schrijft Nourdeen Wildeman. ‘In 2015 zijn er nieuwe verkiezingen in Myanmar en Suu Kyi is een grote kanshebber. Maar juist het electoraat dat opkijkt tegen Suu Kyi, kijkt neer op de Rohingya’s.

De nieuwsberichten vanuit het Aziatische Myanmar – voormalig Birma – gaan van kwaad tot erger. Vorige week werd bekend dat zeven Rohingya-moslims zijn veroordeeld tot lange gevangenisstraffen voor de moord op een boeddhist. Als geïsoleerd bericht is dit geen slecht nieuws; daders van strafbare feiten dienen te worden vervolgd en berecht. Maar het is geen geïsoleerd bericht. De moord op de boeddhist vond plaats tijdens het begin van een voortdurende periode van sektarisch geweld tussen de boeddhistische meerderheid en de Rohingya-minderheid in de Arakan-regio.

Dit geweld laaide deze week opnieuw op. De Rohingya’s worden door de Verenigde Naties omschreven als een van de meest vervolgde volkeren op aarde. Hoewel er al eeuwenoude documenten zijn waarin hun aanwezigheid in de regio wordt beschreven, worden ze door de overheid niet als burgers erkend. In de volksmond worden ze omschreven als illegale Bengalezen, mede door hun afwijkende donkerdere huidskleur.

Het bestaan van de Rohingya’s wordt door de overheid niet officieel bevestigd. Ze moeten toestemming vragen om te trouwen, mogen niet meer dan twee kinderen krijgen en mogen niet zonder expliciete toestemming buiten hun dorpen reizen. En juist deze dorpen waren het doelwit van het geweld. Onder het toeziend oog van ‘veiligheidstroepen’ trokken boeddhisten enkele maanden geleden al sporen van vernieling door de woongebieden van de Rohingya’s.

Etnische zuivering
In drie dagen tijd werden meer dan honderd moslims vermoord, een dozijn moskeeën en drie koranscholen vernietigd, anderhalfduizend huizen verbrand en tienduizenden moslims sloegen op de vlucht. Niet één aanklacht is sindsdien ingediend tegen een van de boeddhistische relschoppers of moordenaars. Human Rights Watch omschrijft het geweld als ‘etnische zuivering’.

Bij onlusten deze week werden wederom een moskee, een school en tientallen huizen platgebrand. Naast het bericht over de veroordeling van zeven moslims was er ook ander nieuws vorige week. De Amerikaanse organisatie Physicians for Human Rights bracht haar rapport uit over de aanval op een schoolgebouw op 21 maart. Het voormalig weeshuis werd aangevallen door een groep boeddhisten. Daarbij vonden minstens 20 kinderen en 4 docenten de dood. Zij die konden ontkomen, vluchtten naar nabijgelegen woningen en schuilplaatsen. Nadat de politie hen uit deze plaatsen weer in de handen van de boeddhisten dreef, werden zij alsnog aangevallen en mishandeld. Een aantal van hen werd gedood. Wederom volgde geen enkele aanklacht.

De toekomst ziet er niet positief uit. De Rohingya’s kunnen de veroordeling van de zeven moslims maar op één manier interpreteren: de politie kijkt toe terwijl zij etnisch gezuiverd worden, en wanneer zij terugslaan worden zij vervolgd en veroordeeld. De boeddhisten zijn ook niet tevreden met de uitspraak; zij wilden dat de doodstraf wordt opgelegd. Prominente boeddhistische leiders roepen op tot het financieel boycotten van alle moslims die eventueel terugkeren naar hun woongebied. Monniken in traditionele kleding bevinden zich onder de relschoppers.

Morele kompas
Een gevaarlijke mix van boeddhisme en nationalisme neemt in populariteit toe, ten koste van ‘de ander’. De door monniken opgerichte 969-Beweging hitst boeddhisten in het gehele land op met anti-moslimretoriek. Als er één hoop is, één klein lichtpuntje in deze duisternis, dan is het wel ‘The Lady’ Aung San Suu Kyi. Ze is de leidster van de geweldloze beweging voor de mensenrechten en democratie in Myanmar. Ze is het ‘morele en ethische kompas’, zowel in de ogen van de internationale politiek als in de beleving van haar eigen volk. Ze kreeg in 1991 de Nobelprijs voor de Vrede voor haar geweldloze strijd tegen het militaire regime en vóór mensenrechten en democratie. En vanwege die democratie en de overweldigende steun van het volk is ze inmiddels niet meer een vrouw onder huisarrest maar een belangrijke speler in het politieke spectrum van Myanmar.

Als iemand zich uit zou moeten uitspreken vóór rechtvaardigheid, vóór geweldloosheid, vóór de positie van de minderheden, dan is zij het wel. Alle ogen van de wereldleiders zijn op haar gericht. Haar stilte is oorverdovend. Macht is wellicht het beste medicijn tegen oprechte principes. In 2015 zijn er nieuwe verkiezingen in Myanmar en Suu Kyi is een grote kanshebber. Maar juist het electoraat dat opkijkt tegen Suu Kyi, kijkt neer op de Rohingya’s. Als er iets is waar ze geen enkel politiek gewin uit kan halen, dan is het wel dat ze zich uitspreekt tegen de etnische zuivering van de impopulaire bevolkingsgroep in haar land.

Democratie betekent ook dat het belang om stemmen te winnen strijdig kan zijn met het belang om te doen wat juist is. En daarom doet ze exact wat ze heeft geleerd van de machthebbers die zij langere tijd zelf heeft bestreden. Toen de militaire junta in 2009 voor de zoveelste keer een rechtszaak tegen haar voerde en daarvoor vooral internationale afkeur en kritiek oogstte, was hun antwoord duidelijk: ‘deze rechtszaak is een interne aangelegenheid’.

Geen afkeur
Hoe opmerkelijk is het dat Suu Kyi slechts enkele jaren later dezelfde woorden uitspreekt. ‘Of de Rohingya’s erkend zouden moeten worden als burgers van Myanmar is een keuze die het land vooral zelf moet maken’, aldus Suu Kyi in februari dit jaar. Geen woord van afkeur over het geweld of de etnische zuivering kwam over haar lippen. Haar woordvoerster en vertrouweling Nyan Win lichtte het in een interview met Global Post als volgt toe: ‘Ze wordt nu gedwongen om zich uit te spreken over de Rohingya’s. Maar ze gelooft helemaal niet in het bestaan van de Rohingya’s, alleen in de aanwezigheid van enkele Bengalezen in de regio’.

Toegegeven: deze week sprak ze zich uit tegen de invoering van een wet die Rohingya’s verbiedt om meer dan twee kinderen te krijgen. Een wet die volgens een door de overheid geïnstalleerde onderzoekscommissie een goede oplossing voor het ‘Rohingya-probleem’ zou zijn. Suu Kyi zei de wet niet te kennen, maar ‘als het blijkt te bestaan is het in strijd met de mensenrechten’.

De realiteit is dat deze regelgeving al jarenlang officieus van kracht is, waardoor uit ieder gezin maximaal 2 kinderen erkend worden. De andere kinderen ‘bestaan niet’, waardoor ze zich ook niet kunnen inschrijven op scholen of ontheffingen kunnen aanvragen om buiten hun dorpen te reizen. Sinds 2005 komen in onderzoeksrapporten verhalen voor van vrouwen die op primitieve wijze abortus bij zichzelf plegen als zij zwanger zijn van een derde kind. Sommige kinderen worden ingeschreven als kind van hun grootouders als die slechts één kind hadden. Dat Suu Kyi zich uitspreekt tegen deze regelgeving ‘als het blijkt te bestaan’ is in de meest positieve duiding een schaamteloos zwaktebod.

Macht zonder protest
Het officiële dodental is inmiddels opgelopen tot meer dan  200 en in sommige berichten wordt het aantal vluchtelingen geschat op 100.000 personen. In tegenstelling tot andere conflicten, zoals de burgeroorlog in Syrië, komen er niet dagelijks haarscherpe videobeelden uit de regio. Op het internationale toneel is het voor de Rohingya’s moeilijk om hun zaak te bepleiten. Toen Aung San Suu Kyi in april dit jaar Japan bezocht, konden duizenden landgenoten haar lezingen bezoeken; de Rohingya’s werd systematisch de toegang ontzegd. De enige hoop is de constante focus van de Verenigde Naties, Human Rights Watch en andere mensenrechtenorganisaties die dit impopulaire en onbekende conflict op de internationale agenda proberen te krijgen.

Van de winnares van de Nobelprijs voor de Vrede hoeven zij niets te verwachten; die heeft protest zonder geweld ingeruild voor macht zonder protest. Wat doet het Nobelcomité eigenlijk als blijkt dat een eerdere winnaar later niet aan de bijbehorende verwachtingen en standaarden kan voldoen? Zwijgt het comité dan ook?