gepubliceerd op Sargasso.nl
Myanmar, een Aziatisch land met 3,5 keer zoveel inwoners als Nederland, verspreid over een gebied 16 keer zo groot als Nederland. Ruim 80% van de bevolking is aanhanger van het boeddhisme. Het land heeft een geschiedenis waarin de militaire junta een grote rol speelde, maar is de afgelopen paar jaar zich aan het omvormen tot een democratie, tot vreugde van Amerika en Europa.

Oppositieleidster Aung San Suu Kyi, die in 1990 de Nobelprijs voor de Vrede won, verbleef tot 2010 afwisselend in gevangenschap of huisarrest maar is nu vrij. De buitenlandse sancties op het land worden stap voor stap opgeheven, de hervormingen bejubeld. De bevolking geniet van steeds meer vrijheid.

De ontwikkelingen van de laatste jaren klinken te mooi om waar te zijn. Dat zijn ze ook.

Binnen de grenzen van Myanmar vindt een etnische zuivering plaats op een bevolkingsgroep van ruim een miljoen mensen: de Rohingya.

Volgens de Verenigde Naties behoren de Rohingya tot de meest vervolgde volkeren op aarde. Eeuwenoude documenten bevestigen de aanwezigheid van de Rohingya in de westelijke provincie Rakhine en tot eind 20ste eeuw werden ze nog erkend als staatsburgers. Tegenwoordig ontkent de overheid simpelweg hun bestaan. Politici nemen het woord ‘Rohingya’ niet in de mond, maar spreken publiekelijk over ‘illegale Bengalezen’ of ‘kalar’ (in gebruik gelijk aan ‘nigger’).

Al decennialang worden de islamitische Rohingya blootgesteld aan etnisch geweld vanuit de radicaal boeddhistische ’969′-beweging. Luisterend naar opzwepende toespraken van de radicale monnik Wirathu bevechten zij de Rohingya om zodoende weer tot een ‘zuiver boeddhistisch land’ te komen. De overheid weigert stelselmatig de Rohingya tegen aanvallen te beschermen of is zelfs aantoonbaar betrokken bij de voorbereiding en uitvoering van het geweld.

Daarnaast heeft de overheid discriminerende wetgeving in het leven geroepen om de Rohingya te bestrijden. Rohingya mogen alleen samengedreven in kleine dorpen wonen, hebben een vergunning nodig om buiten deze dorpen te reizen en moeten toestemming vragen om te trouwen. Zonder redelijke toegang tot (informatie over) voorbehoedsmiddelen is het (alléén) de Rohingya bij wet verboden meer dan twee kinderen te krijgen, met noodlottige zelf-abortussen tot gevolg. De Rohingya worden geregeld afgeperst door lokale veiligheidsdiensten maar kunnen nergens hun recht halen.

De combinatie van maatregelen en gewelddadigheden heeft drie doelen:
1) De levens van de huidige Rohingyabevolking beëindigen of verkorten;
2) De geboorte van nieuwe Rohingya tegengaan;
3) De rest van de Rohingya de grens over jagen.

Na een nieuwe golf van geweld in 2012 waarbij honderden Rohingya om het leven kwamen, sloegen tienduizenden gezinnen op de vlucht. Een aanzienlijk deel stak de Naf-rivier over richting Bangladesh, een riskante onderneming waarbij ongeveer twee procent de overkant niet haalt en komt te verdrinken. Twee procent lijkt wellicht niet veel, maar met inmiddels 230.000 Rohingya in Bangladesh gaat het om duizenden doden. Anderen vluchtten per boot naar Thailand of Indonesië. Meer dan 140.000 kwamen in IDP-kampen (‘internal displaced people’) rond de steden Sittwe en Maungdaw terecht, onder controle van een overheid die hen liever ziet sterven dan leven.

Sayed Noor, een 8 maanden oude baby, mét malaria, zonder medische hulp. De foto is begin april gemaakt in Sittwe, Myanmar.

Sayed Noor, een 8 maanden oude baby, mét malaria, zonder medische hulp. De foto is begin april gemaakt in Sittwe, Myanmar.

Samengedreven in de kampen, bewaakt door eenheden van leger en politie, zijn de Rohingya een gemakkelijk doelwit. In januari vond een aanval plaats, gezamenlijk uitgevoerd door burgers en veiligheidsdiensten. Volgens de Verenigde Naties en andere NGO’s werden hierbij veertig Rohingya gedood. De overheid van Myanmar ontkende de aanval en stond geen buitenlandse onderzoekers toe in het gebied.

Wél aanwezig was een Nederlandse delegatie van Artsen Zonder Grenzen (AZG). Zij maakten er geen geheim van dat zij de gewonden van de aanvallen hadden verpleegd, waarmee ze erkenden dat de aanval had plaatsgevonden. Dit was tegen het zere been van de overheid van Myanmar, die de kans schoon zag om AZG en andere NGO’s die medische zorg leverden op te dragen het gebied te verlaten.

De Rohingya bleven achter. Zonder zorg. Zonder medicijnen. Zonder dokters.

Officieel heeft de overheid van Myanmar de zorg overgenomen. De praktijk wijst anders uit. Gemiddeld is er in het land 1 dokter per 2.000 inwoners, maar voor de totale IDP-kampen zijn nauwelijks dokters beschikbaar. Baby’s en jonge kinderen sterven aan ondervoeding, simpel te verhelpen zaken als diarree eisen slachtoffers in alle leeftijdscategorieën. Een foto-special door Reuters van april 2014 toont uitgemergelde ouders en kinderen, moeders wiens baby’s in hun armen sterven.

Soms ontstaat een gebrek aan medische zorg door een natuurramp, door een gewapend conflict of tijdelijk door onbedoelde logistieke problemen. In het geval van Myanmar is het een keuze. De vermijdbare sterfte van baby’s en volwassenen is de uitkomst van zorgvuldig uitgestippeld beleid.

De wereld kijkt niet toe zonder iets te doen. De wereld kijkt simpelweg niet toe. De wereld kijkt weg, Nederland voorop.

Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) reisde in mei vorig jaar voor een handelsmissie af naar Myanmar. Eén maand na de publicatie van het rapport van Human Rights Watch waarin overtuigend werd aangetoond dat er in het land sprake is van etnische zuivering. Ze sprak zonder enige schaamte over een ‘historische start van een veelbelovende samenwerkingsrelatie’ tussen Nederland en Myanmar. Een relatie gebouwd op onder andere ‘eerbiediging van mensenrechten’. Vol trots schudt ze de hand van de minister van transport van Myanmar, een oud-kolonel van de luchtmacht. Nederlandse bedrijven als Royal Haskoning DHV en Heineken investeren ondertussen maar al te graag in deze nieuw toegankelijke afzetmarkt, alsof het Human Rights Watch-rapport simpelweg niet bestaat. Alsof de Rohingya simpelweg niet bestaan.

De sancties die jarenlang vanuit Europa waren opgelegd komen stap voor stap te vervallen vanwege ‘democratische hervormingen’. Dat tegelijkertijd een totale bevolkingsgroep het slachtoffer wordt van de veranderende situatie in het land lijkt de op economische belangen gefocuste Europese politiek niet in beroering te brengen.

Het is hoog tijd voor een verandering in de benadering van Myanmar vanuit Europa, maar de vraag is welke politieke partij(en) bereid zijn deze taak op zich te nemen. De vraag is ook hoeveel Rohingya nog in leven zijn tegen de tijd dat het tij zal keren.